Klik op hokje links van de vraag en kies het juiste antwoord.


U moet zelf de stand bijhouden.

Testpagina L R H

HeBO BHV-Opleidingen 


06-54665846

KLIK HIER VOOR DE TEST BRAND & ONTRUIMING>>>>

 

1. Wat is het EERSTE dat een BHV-er moet doen als hij hulp moet verlenen ?

A ) Op gevaar letten.

B ) Het slachtoffer gerust stellen.

C ) Om hulp roepen


2. Bij een slachtoffer van brand zit kleding vastgeplakt aan de huid.

A ) De kleding laten zitten.

B ) Alle kleding verwijderen.

C ) Met behulp van water de vastzittende kleding los weken.


3. Een collega is van de trap gevallen.

    Hij klaagt over tintelingen en verlammingsverschijnselen in benen en voeten.

    Waar moet in dit geval rekening mee worden gehouden ?

A ) Met een open botbreuk.

B ) Met een wervelbreuk.

C ) Met gebroken benen en voeten.


4. Een bedrijfshulpverlener constateert een open botbreuk bij een slachtoffer dat
    reageert en normaal ademhaalt.

    Wat moet hij als EERSTE doen ?

A ) Beweging voorkomen.

B ) Het getroffen lichaamsdeel hoog leggen.

C ) De wond afdekken met een wond drukverband.


5. Hoe wordt een brandwond genoemd waarbij de huid rood en licht gezwollen is
    en blaren te zien zijn ?

A ) Een eerstegraads brandwond.

B ) Een tweedegraads brandwond.

C ) Een derdegraads brandwond.


6. Hoe moet een bedrijfshulpverlener  lichte verwondingen verzorgen ?

A ) De wond schoonmaken, ontsmetten en steriel afdekken.

B ) De wond omhoog houden en een snelverband aanbrengen.

C ) De wond steriel afdekken en druk op de wond uitoefenen.


7. Hoe kan een BHV-er de arm van een slachtoffer met een gebroken sleutelbeen
    BIJ VOORKEUR laten ondersteunen ?

A ) Met een brede das.

B ) Met een wond drukverband.

C ) Met een mitella.


8. Wat is de juiste wijze van handelen bij een slachtoffer met een afgerukte /
    afgeknelde vingertop ?

A ) De vinger hoog houden, druk uitoefenen op de wond en een dekverband aanleggen.

B ) De wond spoelen totdat het bloeden ophoudt en dan een snelverband aanleggen.

C ) De wond ontsmetten en het slachtoffer zijn hand in een zak met smeltend ijs laten    
      houden.


9. Hoe kan een infectie van een schaafwond worden voorkomen ?

A ) Door een goede wondverzorging.

B ) Door de druk op de wond uit te oefenen.

C ) Door de wond te laten bloeden voordat deze wordt verbonden.


10. Welke van onderstaande verschijnselen is kenmerkend voor een kneuzing ?

A ) Er is een uitwendige bloeding te zien.

B ) Het getroffen lichaamsdeel staat in een abnormale stand.

C ) Er treedt een zwelling op en een blauwe verkleuring.


11. Wat is een belangrijke aandachtspunt bij het aanleggen van een drukverband
      aan de pols ?

A ) Hand en pols moeten zoveel mogelijk in een hoek van 90 graden staan.

B ) Er moet druk worden uitgeoefend op de pols voordat het verband wordt aangelegd.

C ) De zwachtel moet onder lichte druk worden aangelegd.


  1. 12.Een college heeft een bijtende stof in het oog gekregen.

      Hoe lang moet er gespoeld worden?

A )  10 minuten

B )  20 minuten

C )  30 minuten


13.Een bedrijfshulpverlener treft een college aan met een loszittend vuiltje in
het oog.

      Hij kijkt en ziet het vuiltje zitten.

      Wat kan hij het BESTE doen ?

A ) De oogleden van elkaar trekken en het vuiltje er met een schoon gaasje uit halen.

B ) Zijn college met zijn eigen vingers in het oog laten wrijven.

C ) De oogleden meerdere malen van elkaar trekken.


14. Een college heeft een verstuikte enkel.

      Welke Eerste Hulp kan de bedrijfshulpverlener verlenen ?

A ) De getroffen enkel koelen.

B ) Druk op de voet uitoefenen.

C ) Een snelverband aanleggen.


15. Wanneer is het bij brandwonden ALTIJD nodig een arts of 1-1-2 te
      alarmeren ?

A ) Bij contactverbrandingen.

B ) Bij verbranding door zonnestraling.

C ) Bij verbrandingen in het gezicht.


16. Welke van onderstaande handelingen moet een bedrijfshulpverlenener als
     
EERSTE uitvoeren wanneer een slachtoffer reageerd op aanspreken ?

A ) Erachter proberen te komen wat er aan de hand is.

B ) Het slachtoffer in stabiele zijligging leggen.

C ) Zorgen dat deskundige hulp wordt gealarmeerd.


17. Er is geconstateerd dat een slachtoffer uit veiligheidsoverwegingen over een    
  korte afstand naar een beschutte plek moet worden gebracht.

      Welke techniek moet daarvoor worden gebruikt ?

A ) De heimlichmanoevre.

B ) De rautekgreep

C ) De kinliftmethode.


18. Welke gegevens moeten er MINIMAAL worden doorgegeven bij een
      alarmmelding.

A ) Naam van de melder en plaats en aard van het incident.

B ) Naam van de melder en plaats van het incident.

C ) De namen van slachtoffer(s) en het aantal benodigde professionele hulpverleners.


19. Een bedrijfshulpverlener treft een slachtoffer in shock aan.

      Hij heeft de professionele hulpverleningsdienst gealarmeerd.

      Welke van de onderstaande handelingen kan hij het BESTE uitvoeren ?

A ) Het slachtoffer koelen met natte doeken.

B ) Het slachtoffer  laten liggen en eventueel uitwendig bloedverlies stelpen.

C ) Bij het slachtoffer blijven en hem wat te drinken geven.


20.Een bedrijfshulpverlener heeft geconstateerd dat een slachtoffer GEEN normale ademhaling heeft.

      Er staan een aantal mensen om hem heen.

      Wat moet hij als EERSTE doen ?

A ) Hij verzoekt de mensen niet in de weg te staan en start met reanimeren.

B ) Hij geeft iemand de opdracht het alarmnummer te bellen en weer bij hem terug te
      komen.

C ) Hij vraagt iemand bij het slachtoffer te blijven en gaat zelf het alarmnummer bellen.


21.Waartoe dient de stabiele zijligging ?

A ) Om de luchtweg open te houden.

B ) Om de druk op het hart te verminderen.

C ) Om de longinhoud zo groot mogelijk te houden.


22.Waarvoor wordt de snelle kantelmethode gebruikt ?

A ) Om te voorkomen dat de tong in de keelholte zakt en de luchtweg afsluit.

B ) Om de maaginhoud die naar de mond is gestroomd, uit de mond te laten stromen.

C ) Om de luchtweg vrij te maken als deze is afgesloten door een vreemd Voorwerp.


23.Een bedrijfshulpverlener treft een slachtoffer aan met geheugenverlies, hoofdpijn, duizeligheid en braken.

      Wat is er met dit slachtoffer aan de hand ?

A ) Het slachtoffer heeft een hersenschudding.

B ) Het slachtoffer heeft Hyper.

C ) Het slachtoffer heeft een shock.


24.Welk kenmerk komt onder andere voor bij mensen die een shock hebben ?

A ) Ze hebben het warm.

B ) Ze voelen zich misselijk.

C ) Ze hebben strak aangespannen spieren.


25.Na het geven van vijf slagen op de rug is de luchtwegblokkade bij het slachtoffer nog niet opgeheven.

      Hoe vaak mag een bedrijfshulpverlener vervolgens MAXIMAAL de   
      Heimlichmanouvre uitvoeren ?

A ) 1 keer

B ) 3 keer

C ) 5 keer


26.Wat is de juiste verhouding tussen borstcompressie en beademing die moet worden gebruikt bij slachtoffer met een circulatie stilstand ?

A ) 15:1

B ) 15:2

C ) 30:2


27.Een bedrijfshulpverlener wordt bij een collega geroepen die een epileptische aanval heeft.

      Wat voor hulp kan de bedrijfshulpverlener hem geven ?

A ) Kijken of er een verlamming aan d armen of benen is en dan 112 alarmeren.

B ) Voorwerpen buiten bereik houden waar het slachtoffer zich aan kan bezeren.

C ) Controleren van de ademhaling.


28.Welke eerste hulp kan een bedrijfshulpverlener geven aan slachtoffer met een hartinfarct dat reageert op aanspreken ?

A ) Zo snel mogelijk het interne alarmnummer 1-1-2- alarmeren.

B ) Het slachtoffer laten liggen en reanimeren.

C ) Bij het slachtoffer blijven en hem wat te drinken geven.


29.Een bedrijfshulpverlener treft een slachtoffer aan met een beklemmende pijn  op de borst met uitstraling in de linkerarm.

      Het slachtoffer transpireert en is misselijk.

      Wat is er met dit slachtoffer aan de hand ?

A ) Het slachtoffer is in shock.

B ) Het slachtoffer heeft een hartinfarct.

C ) Het slachtoffer heeft een beroerte.


30.Een bedrijfshulpverlener heeft 2 beademingen gegeven.

      Wat moet hij vervolgens doen ?

A ) Direct overschakelen op het geven van borstcompressies .

B ) Nog drie pogingen ondernemen en dan overschakelen op het geven van borstcompressies.

C ) Het slachtoffer onmiddellijk op zijn zij draaien.

K.v.K. Rotterdam nr. 24334943 - NIBHV Keurmerk  205777  - Oranje Kruis nr : 109222

Copyright © 2010 HeBO  - Alle rechten voorbehouden -